Recent onderzoek geeft aan dat steilrandjes waterbuffers geschikter maken als nestlocaties voor wilde bijen.
In het Geuldal bevinden zich tientallen waterbuffers die overtollig regenwater opvangen. Deze buffers zijn niet alleen belangrijk om wateroverlast te voorkomen, maar zijn ook interessant voor wilde bijen. Binnen het Boshommellandschap beheert waterschap Limburg de waterbuffers extensief met schapen en andere grazers. Dat zorgt ervoor dat bloemen de kans krijgen om te bloeien, waardoor bijen beschikken over een goede voedselbron.

Naast voedsel hebben bijen echter ook plek nodig om te nestelen. Ongeveer driekwart van de wilde bijen in Nederland doet dat ondergronds. Hun nesten worden dan ook vaak aangetroffen waar vegetatie schaars is, omdat bijen daar makkelijk een nest kunnen uitgraven. Het strategisch aanleggen van stukjes kale grond zou waterbuffers dus aantrekkelijker kunnen maken voor wilde bijen.

Om dit te testen zijn er tussen de monitoringseizoenen van 2023 en 2024 zogenaamde steilrandjes aangelegd in tien waterbuffers in het Boshommellandschap. Dit zijn afgegraven stukken van ongeveer 20 vierkante meter, waar de vegetatie is weggehaald. Elk steilrandje beschikt hierdoor over zowel een horizontaal als een verticaal stuk kale grond. Maar nestelen wilde bijen hier daadwerkelijk?

De eerste resultaten zijn veelbelovend: uit monitoring in 2024 blijkt dat er een stuk meer bijen worden aangetroffen in waterbuffers met zo’n steilrandje dan in waterbuffers zonder. Bij de steilrandjes werden ook veel bedreigde en zeldzame soorten aangetroffen. Hiermee lijken de steilrandjes waterbuffers te veranderen in kraamkamers voor wilde bijen. Een hoopvol resultaat! Hierbij moet wel genoemd worden dat populaties van wilde bijen per jaar enorm kunnen verschillen. We zullen het effect van de steilrandjes daarom ook de komende jaren blijven volgen.
Coverfoto: Steilrandje in een waterbuffer. Veel soorten wilde bijen lijken graag in zulke locaties te nestelen. Foto: Maurits Močnik.
Tekst: Max van Gaalen en Remco Ploeg