Waterveiligheid en bijen hand in hand in het Geuldal

In 2024 had ik het genoegen om mij met een paar andere studenten voor 3 maanden te verplaatsen naar het prachtige Geuldal. Aangezien dit voor mij de eerste keer was dat ik deze plek bezocht, heb ik er een prachtige omgeving mogen ontdekken. Voor mijn afstudeeronderzoek had ik de eer om de monitoring op te mogen zetten voor het project Natuurkracht. Dit project staat los van het Boshommellandschap maar vindt plaats in hetzelfde gebied. Het Boshommellandschap is gevraagd de effecten op biodiversiteit te monitoren van de maatregelen die worden genomen om water langer vast te houden in de hoge delen van het landschap. De data die ik zou verzamelen zou de ‘baseline’ vertegenwoordigen omdat de meeste maatregelen pas in 2024 of later worden uitgevoerd.

Marinda tijdens haar veldwerk in het Geuldal

De aanleiding van het project Natuurkracht is de forse wateroverlast in 2021, die vooral de Geul deed overstromen. Hierdoor zijn verschillende organisaties, waaronder Natuurmonumenten, Bureau Stroming, H+N+S Landschapsarchitecten en Acacia Water, gestart met het project “Natuurkracht”. Zij willen water langer in het landschap vasthouden door de natuur te gebruiken om regenwater beter op te nemen, op te slaan en geleidelijk af te voeren.

Water stroomt nu snel weg door dingen als verharde wegen in steden, grootschalige landbouw met weinig begroeiing, en afwatering via sloten of drainagebuizen. Dit water komt uiteindelijk in de dorpen onderin het Geuldal terecht, waar het grote problemen veroorzaakt. Project Natuurkracht wil dit voorkomen door bijvoorbeeld (1) nieuwe bossen en heggen aan te planten, (2) ondergrondse afvoerbuizen te verwijderen en (3) akkerland om te zetten in half-natuurlijke graslanden. Deze maatregelen kunnen misschien ook gunstig zijn voor onder andere wilde planten en bijen. Een mogelijke win-win situatie dus!

In het kader van het project Natuurkracht worden ook hagen aangeplant.

 Omdat in 2024 nog geen maatregelen waren uitgevoerd, heb ik mij tijdens mijn studie gefocust op de relaties tussen verschillende bodemeigenschappen,  de vegetatie, en wilde bijen. Wat bleek nu? Het is vooral de hoeveelheid fosfaat in de bodem die de soortenrijkdom van planten beïnvloedt en daarmee, via de diversiteit aan bloemen, het aantal en de soortenrijkdom van de bijen beperkt. Stikstof en het organische stofgehalte hadden geen noemenswaardige effecten op bijen.

Resultaten van de analyse met een zogenaamde Piecewise Structural Equation Model, waarin de relaties tussen bodemeigenschappen, vegetatie, bloemen en bijen zijn gekwantificeerd. Rode lijnen geven negatieve relaties weer en blauwe lijnen duiden op positieve relaties. De dikte van de lijnen visualiseert de sterkte van de relaties.

Maar wat kunnen we nu eigenlijk met deze informatie? De vraag is namelijk of biodiversiteit kan meeliften met de maatregelen van project Natuurkracht. De locaties waar dit project maatregelen gaat toepassen, zijn vaak voormalige akkers die erg rijk zijn aan nutriënten (zoals fosfaat). Nu er geen nutriënten meer worden toegevoegd, is het waarschijnlijk dat biodiversiteit hier uiteindelijk weer op kan bloeien. Maar dit is een traag proces, veranderingen in bodemnutriënten zijn processen die jaren duren.

De aankomende jaren zal de monitoring van de wilde bijen zich voortzetten in het mooie Geuldal, waar we hopelijk nog veel nieuwe inzichten uit zullen kunnen halen. Ik kijk terug op een hele leuke, gezellige en enorm leerzame periode. Als iemand die niets afwist van bijen, is de liefde tussen ons nu toch opgebloeid.

Coverfoto: Zogenaamde “swales” worden langs de hoogtelijnen van een helling gegraven om de regenwaterafvoer te vertragen. Foto: David Kleijn

Tekst: Marinda Javaux

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *