Regenwaterbuffers helpen de bewoners in het Geuldal hun voeten droog te houden bij intense regenval. In Zuid-Limburg zijn wel meer dan 500 van zulke buffers te vinden. Ze zijn in eerste oogopslag misschien niet de meest opvallende bloemenweides, maar zijn zeer geschikte nestelplekken voor wilde bijen. Daarnaast kan door extensief beheer en fasering van het beheer redelijk makkelijk het bloemaanbod vergroot worden. Hiermee wordt dit habitat dus meer geschikt gemaakt worden voor bijen, en kan daarmee de algehele biodiversiteit vergroot worden. Waterschap Limburg beheert veel van deze buffers, en heeft de afgelopen jaren meer bij-vriendelijk beheer toegepast.
Het Geuldal is redelijk vatbaar voor bodemerosie en regenwaterpieken. Door de vele hellingen, verharde ondergrond door bestrating en door braakliggende akkers kan bij hevige regenval water en bodemmateriaal de hellingen afstromen. Voordat de waterbuffers waren aangelegd was het zelfs wel eens zo dat slib van de hellingen boerderijen en dorpen binnen kon stromen. Vaak gelegen halverwege de hellingen, kunnen de regenwaterbuffers de stroom van water langs de hellingen afremmen, en daarnaast ook meegevoerd bodemmateriaal opvangen. De buffers staan aan het uiteinde altijd deels open, zodat het water er binnen 24 uur weer uit kan stromen. Eens in de zoveel tijd moet het slib dan weer uit de buffers gehaald worden, en dit is dan een mooi moment om wat extra beheer te doen. Naast wateropvang, is het voorkomen van het wegspoelen van bodemmateriaal is ook essentieel. Hiervoor worden grasbanen aangelegd langs akkers, en bijvoorbeeld de traditionele graften zijn ook erg belangrijk om erosie tegen te gaan. Mits voldoende kruiden- en bloemrijk zijn zulke grasbanen en zeker de graften ook van grote betekenis voor bijen en de faunadiversiteit in het algemeen.
Bijen blijken ook volop te profiteren van waterbuffers. De weinig begroeide, lösshoudende steilwandjes rondom de buffers zijn ideale nestgelegenheden voor wilde bijen. Het belang van zulke steilwandjes is extra groot omdat onbegroeide löss-kantjes in het moderne landbouwlandschap zeer schaars zijn geworden terwijl ze juist van belang zijn voor een reeks typisch Zuid-Limburgse bijen. Daarnaast draagt ook de snelle vestiging van vlinderbloemigen na de aanleg van waterbuffers bij aan de bijenrijkdom. Een voorbeeld van een typische soort voor deze locaties is de vierbandgroefbij (Halictus quadricinctus), welke zeer zeldzaam is in Nederland doordat er juist weinig geschikte nestlocaties zijn. Deze zijn in het boshommellandschap opvallend veel gevonden in de waterbuffers: 58 waarnemingen in de buffers, op een totaal van 85! Meer superbijzondere soorten die gevonden worden in de buffers zijn bijvoorbeeld de zwarte sachembij, donkere klokjeszandbij, bremzandbij, rotsbehangersbij, tweelobbige wolbij, grote harsbij en gouden slakkenhuisbij.
Na een aantal jaar kunnen de open plekken op de schuine wanden en de hoeveelheid vlinderbloemigen verminderen, doordat de grasmat zich verder ontwikkelt. Betreding door vee kan weer zorgen voor open plekken, maar als dit te vroeg gebeurt zijn alle bloemen weg. Door het beheer aan te passen kan de bloembeschikbaarheid binnen de buffers worden vergroot, en over een langere periode worden uitgesmeerd. Binnen het initiatief Boshommellandschap Geuldal wordt in de waterbuffers later vee ingeschaard. Dit was traditioneel gezien in april, en dit is nu in de begrazingscontracten verlaat naar 1 juli. Hierdoor blijven er langer bloeiende bloemen aanwezig, en is er een meer structuurrijke vegetatie aanwezig voor insecten.
Waterschap Limburg heeft daarnaast in 2020 in een drietal buffers extra, kleinschalige maatregelen genomen om de bijenstand te bevorderen. Ook wordt er met de onderhoudsaannemers aan gewerkt het maaibeheer aan te passen. Hierbij wordt er bewust gekeken hoe het maaibeleid zo ingepast kan worden dat er meer kruidenrijke en bloemrijke gebiedjes ontstaan. Daarnaast omvatten deze maatregelen ook maatregelen voor honingbijen, zoals het aanplanten van struweel, het inzaaien met andere nectar- en stuifmeelbronnen en de aanleg van slibdammetjes die het water in de buffer wat langer vasthouden en zo drinkgelegenheid bieden. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat maatregelen voor honingbijen niet altijd voordelig zijn voor de karakteristieke wilde bijen in het gebied, hier moet dus voorzichtig mee omgegaan worden. De komende jaren wordt ook in nog meer buffers van dit kleinschalige beheer uitgevoerd. Al deze maatregelen samen, en in combinatie met al het aangepaste beheer in het gebied door alle partners leiden tot een meer aantrekkelijke leefomgeving voor veel bijensoorten.
Lees hier meer over de activiteiten van Waterschap Limburg om overstromingen tegen te gaan.
Pingback: In beeld: Aangepast beheer in volle gang – Boshommellandschap Geuldal